Vetten

Wat zijn vetten?

Vetten zijn eveneens een noodzakelijke brandstof voor het lichaam, maar ze leveren minder energie dan koolhydraten. Plantaardige vetten zitten in plantaardige olie, plantaardige margarine en plantaardige halvarine. Dierlijke vetten zitten in roomboter, melk, vlees en eieren. Voor vetten geldt hetzelfde als voor koolhydraten. Het eten van te veel vet kan ervoor zorgen dat je dik kunt worden.

Naast de functie van brandstof hebben vetten nog twee andere functies.

1.      Het vetweefsel beschermt lichaamsorganen tegen beschadigingen.

2.      Vetweefsel houdt de lichaamswarmte vast.

.

Het lichaam heeft elke dag vetten nodig. Een ander woord voor vetten is vetzuren. Vetten zijn een bron van energie, vitamines A, D, E en K (zie kopje vitamines) en zogenaamde essentiële vetzuren.

Vetzuren onderscheiden we in twee soorten onverzadigde en verzadigde vetten.

Verzadigde vetten = Verkeerd

Onverzadigde vetten = Oké

Naast onverzadigde en verzadigde vetten bestaat er ook nog transvet. Dit is een vorm van onverzadigde vetten met een slechte invloed op het cholesterol gehalte. Dit zit bijvoorbeeld in koek of gebak. Zelfs in varkensvlees en in 48 + kaas zit een kleine hoeveelheid transvet.

Over het algemeen zijn dus onverzadigde vetten gezond alleen transvet dus niet. Dit is zelfs nog slechter voor de gezondheid dan de verzadigde vetten.

Sommige vetzuren kan het lichaam niet zelf aanmaken dit noemen we essentiële vetzuren. Deze zal je via je dagelijkse voeding moeten innemen. De essentiële verzuren zijn omega 3, 6 en 9. Dit zijn goede onverzadigde verzuren.

Omega 3 zit vooral in vette vis en noten. Omega 6 zit vooral in zonnebloemolie, halvarine en in bak en braad producten. Omega 9 zit voornamelijk in oliefolie.